Meicirculaire 2022
Programma Financiën |
Het gemeentefonds is veruit de belangrijkste inkomstenbron voor gemeenten en dus van groot belang voor de financiële kaders voor het opstellen van de meerjarenbegroting 2023 – 2026, maar ook voor de actualisatie van het huidige dienstjaar 2022. Onderstaand de financiële effecten voor het begrotingsjaar 2022. Reserveringen (claims) van budgetten zijn als apart paragrafen opgenomen.
2022 | |
|---|---|
Berekening beginstand decembercirculaire 2021 | 50.705 |
Uitkeringsfactor, ontwikkeling uitkeringsbasis | |
Accresontwikkeling | 1.590 |
Plafond BCF, onderschrijding in jaar 2021 | 190 |
Hoeveelheidsverschillen door actualisatie maatstaven | -630 |
Overige verschillen uitkeringsfactor | -30 |
Taakmutaties | |
Energietoeslag | 1.515 |
Jeugdhulp: subsidieregeling continuïteitsregeling cruciale jeugdzorg | -15 |
IU/DU/SU | |
Gezond in de stad (DU) | 10 |
Inburgering (IU) | 10 |
Einde lening inburgeringsplicht | 5 |
Uitvoeringskosten klimaatakkoord | 230 |
Extra capaciteit BOA’s | 35 |
WOZ | |
WOZ-waarden mutaties | 150 |
3 D’s in het sociaal domein | |
Participatie (IU) | -75 |
Voogdij/18+ (IU) | 30 |
Mutatie meicirculaire (incl herverdeeleffect) | 3.015 |
Eindstand Meicirculaire 2022 | 53.720 |
Accresontwikkeling
Via de normeringsystematiek ‘samen trap op en samen de trap af’ wordt de algemene uitkering van het gemeentefonds geïndexeerd, ook wel het accres genoemd. In de Meicirculaire 2022 zijn de accressen vanaf 2022 bijgewerkt. Voor alle jaren vanaf 2022 is sprake van een forse opwaartse bijstelling van het accres. De accressen zijn hoger dan aangekondigd in de voorgaande circulaires en ook hoger dan aangekondigd in de startnota van het kabinet. Het accres is opwaarts bijgesteld als gevolg van een hogere loon- en prijsontwikkeling dan tot nu toe aangenomen.
Het accres is te splitsen in een nominaal deel en een reëel deel. Het nominale deel betreft met name compensatie als gevolg van stijgingen door loon-en prijsontwikkelingen, waardoor gemeenten in staat zijn hun taken te kunnen blijven bekostigen. Het reële deel betreft de compensatie voor de volume ontwikkeling en de uitkomst van de normeringssystematiek ‘trap op/trap af’. Het reële deel is daarmee eigenlijk de netto koopkracht van de gemeente.
BCF plafond
Het Btw-compensatiefonds (BCF) is opgericht om btw weg te nemen als factor in de afweging van decentrale overheden tussen uitbesteden en inbesteden (uitvoering door de eigen organisatie). Voor marktpartijen is er zo een eerlijke kans om bij gemeenten en provincies 'binnen te komen'. Decentrale overheden kunnen betaalde btw terugvragen bij het compensatiefonds. Dit compensatiefonds wordt gevoed door een verlaging van het gemeentefonds. Afgesproken is dat wanneer er meer of minder aanspraak wordt gemaakt op dit compensatiefonds, eventuele middelen aanvullend worden onttrokken dan wel terugvloeien naar het gemeentefonds. In 2022 is (wederom) de verwachting dat er een onderbesteding gaat plaatsvinden. Hiermee vloeit een deel dus weer terug ten gunste van het gemeentefonds.
Hoeveelheidsverschillen door actualisatie maatstaven
Aan de hand van de laatste specificatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) en de aangeleverde maatstaven zijn een aantal maatstaven geactualiseerd of definitief bekend geworden.
Overige verschillen uitkeringsfactor
Dit betreft enkele kleinere aanpassingen en afrondingsverschillen.
Energietoeslag
Gemeenten krijgen de bevoegdheid om dit jaar via categoriale bijzondere bijstand een eenmalige tegemoetkoming voor de gestegen energieprijzen toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen. Voor de uitvoering en de verstrekking (€ 800 per huishouden) van de eenmalige aanvullende tegemoetkoming – aan huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum- heeft het kabinet in maart 2022 een eenmalig budget van € 679 miljoen beschikbaar gesteld. In de voorjaarsbesluitvorming is een aanvullend bedrag van € 175 miljoen beschikbaar gesteld, waardoor het totaal beschikbare bedrag uitkomt op € 854 miljoen. Deze middelen zijn via de algemene uitkering aan gemeenten verstrekt.
Jeugdhulp: subsidieregeling continuïteitsregeling cruciale jeugdzorg
Voor het borgen van continuïteit van cruciale jeugdhulp is per 1 januari 2020 een subsidieregeling van kracht. De regeling is verlengd naar 2022. De subsidieregeling wordt bekostigd vanuit een onttrekking uit de algemene uitkering en derhalve gekort in 2022.
Gezond in de Stad
Het programma geeft de geselecteerde gemeenten extra ruimte om de gezondheid van mensen in een lage sociaaleconomische positie structureel en duurzaam te verbeteren.
Inburgering
De integratie-uitkering (IU) inburgering is zoals aangekondigd in de meicirculaire van 2021 vanaf 2023 overgeheveld naar de algemene uitkering. Echter, in 2022 is deze nog als afzonderlijke IU aanwezig en wordt verhoogd met de leefbaarheidstoets. De leerbaarheidstoets is onderdeel van de brede intake in de Wet inburgering. De leerbaarheidstoets heeft als doel om inzicht te geven in het niveau van de Nederlandse taal dat een inburgerings-plichtige kan bereiken gedurende de inburgeringstermijn. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding bij de afname van de leerbaarheidstoets.
In 2022 ontvangen gemeenten € 2,625 miljoen voor de ondersteuning van ELIPs.36 Deze afspraken zijn gemaakt in het bestuurlijk overleg van april 2020 tussen het ministerie van SZW en de VNG over het ondersteunen van de zogenaamde Einde lening inburgeringsplichtig (ELIP). Dit zijn inburgeraars die hun lening voor de inburgering (vrijwel) volledig hebben uitgeput, maar nog steeds inburgeringsplichtig zijn. Gemeenten kunnen inburgeraars die tot deze doelgroep behoren begeleiden.
Einde lening inburgeringsplichtig
Via een decentralisatie-uitkering worden hiertoe middelen aan gemeenten beschikbaar gesteld voor begeleiding en het in een beperkt aantal gevallen het verstrekken van een lening voor het betalen van extra cursusuren of examengelden. Op basis van cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) vindt een verdeling plaats naar de gemeenten.
Uitvoeringskosten klimaatakkoord
Voor gemeenten is € 40 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoeringstaken van het Klimaatakkoord. Deze middelen zijn bedoeld als overbruggingsbudget om de uitvoering van het bestaande klimaatbeleid in 2022 te kunnen voortzetten.
Het vorige kabinet heeft in de rijksbegroting voor 2022 € 72,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de klimaatakkoordtaken van gemeenten, ondersteuning van medeoverheden en Regionale Energie Strategie (RES). Dit om te voorkomen dat de uitvoering van het Klimaatakkoord stil komt te vallen. Van deze € 72,5 miljoen is € 40 miljoen bestemd voor uitvoeringskosten gemeenten.
Deze middelen zijn bedoeld als overbruggingsbudget om de uitvoering van het bestaande klimaatbeleid in 2022 te kunnen voortzetten. Het budget kan onder meer worden ingezet voor het opstellen van transitievisies warmte en uitvoeringsplannen (wijkgerichte aanpak), de uitrol van laadpalen en ruimtelijke processen ten behoeve van duurzame energie.
Extra capaciteit BOA’s
De Tweede Kamer heeft d.d. 23 september 2021 de motie Hermans c.s. aangenomen. Met deze motie, waarmee structureel € 200 miljoen is vrijgemaakt voor handhaving en veiligheid, is onder meer aan het kabinet de opdracht meegegeven om de capaciteit van (wijk)agenten en BOA’s in de openbare ruimte te vergroten. Van dit bedrag wordt structureel € 25 miljoen voor de BOA’s beschikbaar gesteld.
In de brief van d.d. 12 november 2021 aan de Tweede Kamer heeft de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) aangegeven op welke wijze hij deze € 25 miljoen wil inzetten. Naast onder meer € 5,5 miljoen voor de groene BOA en een bedrag voor de verdere professionalisering en een veilige taakuitvoering van de BOA’s in alle domeinen, wordt € 13 miljoen vrijgemaakt voor de capaciteit van BOA’s in de openbare ruimte. De € 13 miljoen loopt via het gemeentefonds, het resterende bedrag niet. In deze circulaire wordt dus het structurele deel van de € 13 miljoen verdeeld.
WOZ mutatie
Er is een bijzondere maatstaf welke in de algemene uitkering wordt gehanteerd, namelijk de WOZ-maatstaf. Deze maatstaf leidt namelijk tot een korting voor de gemeente op de inkomsten uit de algemene uitkering. Het Rijk gaat er namelijk vanuit dat gemeenten onroerend zaak belasting (ozb) heffen om zelf inkomsten te genereren. De ozb wordt geheven door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met een eigen (door de Raad vastgesteld) tarief. Uitgangspunt welke het Rijk hanteert, kijkend naar draagkracht, is: hoe hoger de WOZ waarde, des te meer een gemeente in staat is om zelfstandig inkomsten te genereren. Met andere woorden, in een gemeente met veel dure woningen is er meer draagkracht om ozb-inkomsten te genereren dan in een gemeente met veel goedkope woningen.
Een maatstaf mag niet beïnvloedbaar zijn. Om die reden is er voor gekozen om niet de werkelijke ozb opbrengst van een gemeente als maatstaf voor de korting te hanteren (immers het tarief is beïnvloedbaar), maar hiervoor de WOZ waarde, vermenigvuldigd met een landelijk gemiddeld tarief (het rekentarief), te hanteren. Omdat de maatstaf tot een korting leidt, betekent bovenstaande dat een gemeente met een hoge WOZ waarde meer gekort wordt dan een gemeente met een lage WOZ waarde. Dit sluit aan bij het doel van de verdeling van het gemeentefonds, namelijk: “Elke gemeente is, gezien haar structurele omstandigheden, (globaal) in staat om, bij gelijke belastingdruk, een gelijkwaardig niveau van voorzieningen te realiseren”.
In de meicirculaire zijn de nieuwe landelijke rekentarieven bijgesteld voor woningen en niet-woningen. De rekentarieven worden aangepast om de gemiddelde prijsstijging te elimineren. Daarnaast is er voor Diemen ook een inschatting gemaakt van de gemiddelde prijsontwikkeling van woningen en niet-woningen en de nieuwe woningbouwprognose is verwerkt.
Participatie
De omvang van de integratie-uitkering Participatie wijzigt door de toekenning van de loon- en prijsbijstelling 2022 (€ 66,595 miljoen in 2022, aflopend naar € 57,921 miljoen structureel).
De verdeling van de bedragen per gemeente wijzigt in de eerste plaats door actualisatie van de verdeling van de Wsw-middelen. Deze is gebaseerd op de gerealiseerde omvang van de sociale werkplaatspopulatie (gemeten in standaardeenheden (SE) per betalende gemeente) zoals die bekend is uit het voorgaande jaar en een inschatting van de blijfkansen in de sociale werkplaats.
Voogdij 18+
De Integratie-uitkering Voogdij 18+ is grotendeels overgeheveld naar de algemene uitkering. Wel heeft er voor 2022 nog een compensatie plaatsgevonden voor loon- en prijsontwikkeling plaatsgevonden.
De bedragen voor 2022 zijn nog gebaseerd op het historisch gebruik, terwijl in 2022 al wel over is gegaan. Dit zorgt er voor dat verdeling van de inkomsten mogelijk niet aansluiten met de kosten die worden gemaakt door onderbreking van de financieringssystematiek. Hiervoor is een compensatieregeling ontwikkeld welke is opengesteld van 1 juni 2022 tot 1 oktober 2022. De compensatie wordt bij de decembercirculaire uitgekeerd.